Verentooien van de Zuid-Amerikaanse indianen
in museumcollecties

>Hoofdpagina<

Welkom!!

 

Volkenkundige musea in Europa
? Toekomst ?

 

Zie ook het ICOM statuut (Ethische richtlijnen voor musea):
Code of ethics for museums,
Code de déontologie pour les musées,
Ethische Richtlinien für Museen

 

to top

Inhoud

 

VOOR gemeenschappelijke projecten met de oorspronkelijke indiaanse gemeenschappen – musea - universiteiten – verzamelaars - gefinancierd door de Europese Gemeenschap (EG)

anders gezegd:

De volkenkundige collecties in Europa zijn gemeenschappelijk wereldcultuurerfgoed. Via de collectiegeschiedenis van deze voorwerpen zijn we met de meest uiteenlopende culturen, volken en stammen van deze wereld verbonden.

De taak van de musea is niet alleen het vakkundig conserveren van de collecties en het bedenken en inrichten van tentoonstellingen, maar ook het inrichten van openbaar toegankelijke vitrines en het publiek maken van de magazijnen op het internet.

De nu nog bestaande nakomelingen van de makers van deze voorwerpen willen van ons weten, waar hun erfgoed is. Bij een ontmoeting, moeten we hun dat kunnen zeggen.

Deze website is een voorbeeld dat samenwerking op Europees niveau* mogelijk is. Met dank aan de tot nu toe deelnemende musea en hun medewerkers voor de grote hulp bij dit werk en ik hoop dat allen er nu en in de toekomst baat bij zullen hebben.

* Sinds 2002 heb ik in bijna 40 Europese volkenkundige musea de verentooien gefotografeerd (België, Denemarken, Duitsland, Frankrijk, Italië, Nederland, Noorwegen, Oostenrijk, Zweden, Zwitserland).

to top

Verantwoordelijke instanties van de musea

Elk volkenkundig museum heeft zijn eigen ontstaansgeschiedenis, traditie en zijn eigen verantwoordelijke instantie; in Duitsland zijn dit vaak steden of deelstaten. Het schijnt dat deze financieel en organisatorisch verantwoordelijken het nut van volkenkundige musea niet (meer) inzien, terwijl de betekenis en de zin van een schilderijencollectie van Picasso, van Gogh, Monet, Cezanne, enz., voor iedereen duidelijk is. Op één lijn met deze houding is dan ook de politieke wil en de daarmee verbonden financiële- en personele uitrusting van de meeste musea.

to top

Het opbouwen van collecties

Tegenwoordig zijn er slechts weinig musea, die collecties opbouwen of structureel completeren. In het gunstigste geval worden er met middelen van donateurs kostbare unicaten uit de kunsthandel verworven. Dit heeft meestal twee oorzaken:
- De musea krijgen van hun financieel verantwoordelijken geen in te plannen en passende collectiebudgetten
- Het misverstand bestaat, dat er in de landen die volkenkundig interessant zijn, niets meer is om te verzamelen.

to top

Conservering van collecties

De vakkundige conservering van de voorwerpen is in bijna alle museumdepots gewaarborgd. Slechts in drie musea (Zwitserland!) beantwoorden de opslagcondities niet meer aan de hedendaags geaccepteerde standaard. Over de situatie van de kleine en middelgrote musea in Italië is mij (nog) niets bekend.

De Duitse musea met grote collecties lijden bijna allemaal onder gebrek aan personeel, waardoor zij die verantwoordelijk zijn voor de collecties overbelast zijn. De objecten worden, als het al gebeurt, alleen nog maar in het kader van tentoonstellingen gerestaureerd. Bij de conservering van de voorwerpen hoort echter ook het restaureren van de schade die in de oorlog ontstaan is en de schade tot de jaren tachtig, ontstaan door niet vakkundig beheer.

In de kleine- en middelgrote musea ontbreken vakkundige restauratoren en er ontbreekt bijna overal een regelmatige (meermaals per jaar) controle hoe de collectie er voor staat en op besmetting door insecten.

In Scandinavië wordt in de laatste tien jaar sterk bezuinigd op de wetenschappelijke staf. Dat is een ontwikkeling die zeer te betreuren is. Er zijn bijna geen conservatoren meer. De collecties zijn daar volgens de beste technieken voor de „eeuwigheid“ opgeborgen en aldus „dood kapitaal“ geworden. Zonder wetenschappelijk werk aan de collecties ontstaan er geen tentoonstellingen en daarmee ook geen inkomsten.

to top

Ontwerp en inrichting van vitrines

Vitrines waar het publiek doorheen kan lopen heb ik tot nu toe slechts gezien in het Übersee-Museum te Bremen en ook, geheel nieuw, in het Rietbergmuseum te Zürich. De verzameling muziekinstrumenten van het Parijse Musee du quai Branly is wel zo ingericht dat je er omheen kunt lopen, maar de belichting is onvoldoende en de verzameling is niet voor iedereen toegankelijk. Soortgelijke projecten bij andere musea zijn mij niet bekend.

to top

Digitalisering van collecties

In de museumdepots liggen al decennia lang enorme hoeveelheden voorwerpen/kunstwerken van niet-Europese culturen. Deze zijn voor de niet-professionele bezoeker niet toegankelijk. In de vaste- en speciale tentoonstellingen wordt maar een heel klein gedeelte van de geweldige hoeveelheid bezittingen getoond. Om tenminste een virtuele toegang mogelijk te maken zullen in sommige musea de voorwerpen stuk voor stuk worden gefotografeerd en de collectiegegevens(zoals catalogus, collectieakte, fiches) worden gedigitaliseerd. Dit is de basis voor het geleidelijk verder bewerken van elke afzonderlijke collectie door museummedewerkers, wetenschappers of gespecialiseerde verzamelaars. De meeste musea hebben in de laatste jaren een eigen technisch- en organisatorisch systeem ontwikkeld, zonder afspraken te maken die met andere musea in overeenstemming zijn. Dat het ook anders kan ziet men bv. al meer dan 10 jaar in Nederland (www.svcn.nl).

to top

Gezamenlijk gebruik van digitale collectiearchieven - drie beslissingen

Het internet is het geëigende medium om de gedigitaliseerde museumcollecties te nutte te maken van de musea onderling en van het geïnteresseerde publiek. Van tevoren moeten er echter drie belangrijke beslissingen worden genomen:
- een formele; naar welke begrippen worden de collecties geordend,
- een technische; welke software is geschikt,
- een politieke; elk afzonderlijk museum moet een besluit nemen over het al of niet vrijgeven van zijn collectiearchieven voor internetgebruik

to top

Gezamenlijke projecten van Europese musea en indiaanse gemeenschappen
(collectiebewerking en tentoonstellingen)

Het behoud van de collecties, de wetenschappelijke bewerking, het digitaliseren en het gezamenlijk gebruik van de digitale archieven zijn geen doel op zich.

De volkenkundige musea horen tot het soort musea die niet het historisch eigendom van het eigen land in stand houden en bewaren, maar de voorwerpen van andere culturen. Omdat deze voorwerpen in actueel bezit zijn van verschillende musea, worden ze tot gemeenschappelijk eigendom, wat behouden en geëerd moet worden. Hun verzamelinggeschiedenis verknoopt en verbindt de meest verschillende culturen met elkaar en maakt deze voorwerpen tot een bijzondere soort wereldcultuurerfgoed.

Voor de nu nog levende nakomelingen van de makers van de voorwerpen, is de ontmoeting met deze voorwerpen uit hun eigen cultuur vaak erg emotioneel.

Zonder Europa zouden vele voorwerpen uit deze culturen niet meer bestaan; een ontmoeting zou dan niet meer mogelijk zijn.

Als we deze voorwerpen willen laten „spreken“, bestaat er de mogelijkheid om samen met de nakomelingen van deze culturen de collecties te bewerken, onderzoek in deze gebieden te financieren, en ook gezamenlijke bijeenkomsten, festiviteiten en tentoonstellingen te organiseren. Kunst van buiten Europa is meer dan Europese kunst, omdat er hier gevraagd wordt naar begrip en kennis van mythen en religie, waarvan de voorwerpen de belichaming zijn.

Voor deze gezamenlijke projecten hebben we wetenschappers nodig die speciaal voor het werk in de musea zijn opgeleid en voorbereid. In het Duitse taalgebied worden leerstoelen, die hiertoe opleiden, niet financieel ondersteund, maar juist opgeheven.

Mijn dank geldt:

to top
Valid XHTML 1.0 Transitional! ©2007-2024 G@HService, Volkmar Schlothauer Valid CSS!